dinsdag 2 september 2014

Een dag als drugsverslaafde
















Vandaag ben ik een dag  “cliënt” op Lievegoed Ravenswoud, het introductiecentrum verslavingszorg van mijn werk. 

Deze locatie ligt ver weg van alles. Fileloos is het bijna twee uur rijden vanaf Utrecht. Zo ver weg dat mijn telefoon geen bereik meer heeft. Zo ver dat 3FM me in de steek laat. Deze middle of nowhere heeft een reden. Ver en verstoken van de verleidingen in de eigen omgeving, kunnen cliënten hier tot rust komen. 


Verlopen types?

Gisternacht in bed lag ik te overdenken wat ik kon verwachten. Wordt het een dag tussen de verlopen types? Hangt er een grimmige sfeer? Zullen ze me een pottenkijker vinden?

Zoals vaker worden mijn vooroordelen weer eens volledig onderuit geschoffeld. Bij aankomst valt meteen de rustige, bijna gemoedelijke sfeer op. Ik drink koffie met de mensen. “Normale” mensen die ik op straat ongezien voorbij zou lopen. Ze komen net terug van de ochtendwandeling. Nieuwsgierige, open blikken. Bijna iedereen geeft me een hand. Wat voor werk ik doe binnen Lievegoed? Of ik die en die ken in de Lievegoed Kliniek in Bilthoven? Niemand behandelt me als pottenkijker. 

'Ik was in januari klaar met mijn behandeling en heb in juni een terugval gehad', vertelt Karel openhartig tijdens mijn eerste kop koffie die ochtend. 'Alcohol. Maar het is niet voor niks geweest dat eerste behandeltraject', zegt hij. 'Toen heb ik geleerd om hulp te vragen. Anders had ik nu nooit gebeld.' 

Strijken met Aron

Ik ga vandaag met Aron samen strijken en was vouwen. Eenvoudige activiteiten zijn een vast onderdeel van het programma. Dit geeft structuur. Er zijn verschillende werkgebieden: de moestuin, de keuken en het huishouden. 

Daar sta ik met de strijkbout. Ik heb er altijd een grondige hekel aan gehad. Doe het nooit. Toen Jeroen een nieuw strijkijzer wilde kopen, mocht hij van mij dat niet eens van de gezamenlijke rekening betalen. Maar nu is het anders. Het strijken is een bezigheid. Geen doel. We hebben geen haast. Het hoeft niet perfect.

We strijken en kijken uit over de eindeloze velden en weilanden. We praten over muziek, festivals en vakanties. Aron vertelt zijn verhaal. Het lijkt over een heel andere jongen te gaan dan degene die hier zo geduldig met mij staat te strijken.

Hij is 28 jaar, lang, komt ontspannen over, praat graag en veel. Een gewone jongen. Zou drie huizen verderop bij je in de straat kunnen wonen. Beslist geen schichtig junktype met sporen van drugsgebruik in zijn gezicht gegroefd. Te mager, dat is hij wel. Als gevolg van overmatig cokegebruik. Daarom moet hij aankomen.

‘Soms gaf ik wel 500 euro per dag uit aan coke’, vertelt hij. 'Sprongen mijn ex en ik in de auto en reden we naar Frankrijk. Daar gingen we dan dagen feesten en gebruiken. Samen met wildvreemden.' Nu zit hij hier alweer drie weken. Voor de tweede keer. Zijn familie en vrienden weten niet waar hij nu is.

Alleen zijn vriendin weet ervan. Hij is helemaal gek op haar. Als hij over haar praat, is hij weer jong en onschuldig. Zij heeft niets met drugs. Nooit gehad ook. ‘Ik realiseer me hoeveel geluk ik heb dat ze niet bij me weggaat’, zegt hij wel tien keer. Als hij hier klaar is, willen ze samen een boerderijtje kopen ergens. De rust opzoeken. Weg uit de stad waar te veel verleden ligt en waar de dealer op de straathoek op hem wacht. 'Mijn vriendin wil al een tijdje kinderen. Ik heb dat afgehouden. Het kan niet zo. Niet zoals ik nu ben. Maar straks wil ik denk ik wel. Als dit alles voorbij is.'
 











 Werkgebied: de moestuin 



Voortdurende strijd

Iedereen is hier vrijwillig. Anders werkt het ook niet. Soms kost het iemand maanden, zelfs jaren om hardop te erkennen dat hij een probleem heeft en hulp te zoeken. 

Werkbegeleider Alie: ‘Het is eens voorgekomen dat we maandenlang midden in de nacht een paar keer door een onbekend nummer werden gebeld. Dat konden we 's ochtends terugzien. Maar het antwoordapparaat werd nooit ingesproken. Toen kwam er een vrouw in behandeling en zij vertelde dat ze iedere nacht naar het antwoordapparaat belde om de stem op het bandje te horen. Daar werd ze rustig van. Uiteindelijk heeft ze de stap durven nemen om in behandeling te gaan.' 

De mensen die hier komen hebben allemaal heel veel meegemaakt, zwarte kanten van het leven gezien. Ook die verledens zijn mee gekomen naar Ravenswoud. In de verhalen die ze elkaar vertellen. Je merkt het aan de moeite die het ze kost om weer voor zichzelf te zorgen. Je merkt het aan het energielevel van de mensen. Men is moe. ’s Middags wordt er anderhalf uur geslapen. Lichaam en geest moeten herstellen.

Gisteren koos een van de mensen ervoor zijn behandeling af te breken en naar huis te gaan. Een man met nog maar twee tanden in de mond als gevolg van zijn ernstige drugsgebruik. Hij was al dagen onrustig. Toen zijn uitkering werd gestort, besloot hij om hier weg te gaan. Aron vertelt dat de kinderen van deze man hun vader een ultimatum hadden gesteld: nu echt afkicken of geen contact meer. 'Hij heeft ze zo teleurgesteld', zegt hij. 'En nu heeft hij niemand meer.' Snap je, daarom kan ik nog geen kinderen krijgen', zegt hij tegen mij. 'Zoiets wil ik ze nooit aandoen.'

Zijn vertrek heeft ook effect op de groep. Het confronteert de mensen er weer mee hoe moeilijk de weg naar herstel is. Het is een voortdurend liefdevol gevecht met jezelf.

Eind van de middag rijd ik weer naar huis. Terug naar mijn eigen leven. Op een vreemde manier voelt mijn leven nu even minder vanzelfsprekend dan normaal. Ik vertrek met veel respect voor de mensen die op Ravenswoud achterblijven. Die ervoor kiezen en ervoor vechten om het anders te gaan doen. Mensen zoals jij en ik.















Veel ingrediënten van de biologische lunch komen uit de moestuin















Ruimte voor groepsgesprekken onder de nok van de oude boerderij













 Omringd door natuurgebieden





Vond je dit een interessante blog, dan vind je deze blog waarschijnlijk ook leuk: Dertigersdilemma van een heel andere orde

4 opmerkingen:

  1. Dit ontroerde me. Mooi dat je dit hebt ervaren en erover schrijft. Tof. En wat een prachtige hulpverlening/ instelling waar je voor werkt :) Liefs

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat mooi geschreven. Knap dat die mensen eindelijk hulp durven te vragen. Ze hebben nog een lange weg te gaan maar da's tenminste een stap(je) in de goederichting.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Vind ik ook! Het erkennen van de eigen verslaving is echt een belangrijke afslag op een weg die anders soms letterlijk dood loopt.

      Verwijderen